Wanneer het houden van landbouwhuisdieren is aangewezen als een Milieubelastende activiteit (hierna: MBA) in artikel 3.200 van paragraaf 3.6.1 van het Besluit Activiteiten leefomgeving (hierna: Bal) moet een stal voldoen aan de emissiegrenswaarden uit paragraaf 4.82 van het Bal. Welke grenswaarden van toepassing zijn, is afhankelijk van verschillende omstandigheden die hieronder wordt toegelicht.
Bepaling van grenswaarden van een stal
Om te bepalen aan welke grenswaarden het huisvestingssysteem in een stal moet voldoen, wordt gekeken naar de oprichtingsdatum van het dierenverblijf. Onder deze datum wordt verstaan: het moment waarop de stal, inclusief stalsysteem en aanvullende technieken, gebruiksklaar is.
Het verlengen van een bestaande stal, het volledig vervangen van een stal of andere ingrijpende bouwkundige aanpassingen worden ook als oprichting beschouwd. Dit is een wijziging ten opzichte van het ‘Besluit emissiearme huisvestingssystemen’, dat vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet gold. Onder dat besluit werd uitgegaan van het bouwjaar van de stal om te bepalen aan welke grenswaarden het huisvestingssysteem moest voldoen. Onder de Omgevingswet wordt gekeken naar het oprichtingsjaar van de stal, inclusief stalsysteem. Wijzigt het stalsysteem binnen de stal, dan moet deze voldoen aan de meest recente grenswaarden voor de te houden dieren.
Uitzonderingen op emissiegrenswaarden bij huisvestingssystemen
Verder bestaan een aantal uitzonderingen waarbij een huisvestingssysteem niet hoeft te voldoen aan de emissiegrenswaarden uit paragraaf 4.82 van het Bal.
Voor bijvoorbeeld een vrijloopstal voor melkrundvee, het biologisch houden van dieren en stallen die opgericht zijn voor een bepaalde datum gelden geen maximale emissiewaarden. Deze uitzonderingen staan benoemd in paragraaf 4.82 van het Bal.
Kortom, voor het bepalen van de emissiegrenswaarden wordt gekeken naar de oprichtingsdatum van de stal. Deze datum bepaalt aan welke grenswaarden uit paragraaf 4.82 van het Bal de stal moet voldoen. Er zijn enkele uitzondering voor stallen die niet hoeven te voldoen. Bijvoorbeeld wanneer een stal is opgericht voor een bepaalde datum, dieren biologisch worden gehouden of een uitzondering geldt voor de manier van huisvesten van de dieren.
Bronnen
